Promovendus Nick van Eekeren adviseert: "Boeren moeten vaker onder het gras kijken"
Vandaag, 18 juni om 16.00 uur verdedigt ir. Nick van Eekeren zijn proefschrift getiteld Grassland management, soil biota and ecosystem services in sandy soils aan de Universiteit van Wageningen (WUR). Het proefschrift behandelt de vraag hoe veehouders op zandgrond met graslandmanagement het bodemleven en zijn ecosysteemdiensten, zoals het behoud van bodemstructuur, de waterregulatie en de nutriëntenvoorziening, beïnvloeden. Het proefschrift komt voort uit eerdere onderzoeksprojecten die medegefinancierd zijn door de Ministeries van LNV en VROM, Provincies, Productschap Zuivel, Landbouw Innovatie Bureau Noord-Brabant, Rabobank en het Louis Bolk Instituut.
Groeiende belangstelling voor de bodem
Tot voor kort was de belangstelling vanuit de veehouderij beperkt voor het functioneren van de bodem. Als een bodem minder productief was, kon een veehouder immers onbeperkt `bijsturen' via mest en beregening. Nu wettelijke maatregelen in toenemende mate paal en perk stellen aan inputs, moeten veehouders de factoren bodem, bodemleven en de daaraan gekoppelde ecosysteemdiensten serieus laten meewegen in hun managementmaatregelen. Dat geldt met name op zandgrond, waar de beperking wat betreft bemesting het hoogst is en de helft van de plm.1 miljoen ha grasland in Nederland is gesitueerd.
2.700 kg per hectare leven ónder grasland op zandgrond
Onder het grasland op zandgrond zit gemiddeld 2.700 kg bodemleven per hectare, gaande van bacteriën tot regenwormen. Dat staat gelijk aan het gewicht van vijf koeien per hectare en is méér dan de gemiddelde veebezetting bovengronds. Nick van Eekeren: "Het zou mooi zijn als we dit bodemleven bewust kunnen benutten of in ieder geval onbedoelde neveneffecten van managementmaatregelen op de samenstelling, omvang en het functioneren van dit bodemleven kunnen voorkomen. Uit een van mijn onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat een gewasrotatie van drie jaar gras met drie jaar snijmaïs -wat in praktijk gezien wordt als een duurzame benutting van nutriënten- de ecologische groep van pendelende regenwormen beperkt. Omdat juist deze regenwormen belangrijk zijn voor waterinfiltratie en diepere beworteling, gaat die ecosysteemdienst van het bodemleven verloren. We kunnen dus kanttekeningen plaatsen bij dit ogenschijnlijk duurzame management. Anderzijds blijk je bij een gras-klavermengsel de positieve eigenschappen van graswortels op bodemstructuur te combineren met het positieve effect van klaver op wormen en daarmee waterinfiltratie.
Bewust en rationeel met de bodem samenwerken
Het proefschrift beschrijft het effect van vijf managementmaatregelen op het bodemleven en zijn diensten, zoals het effect van blijvend grasland of vruchtwisseling, het effect van klaver, het gebruik van kunst- en organische mestsoorten en het effect van verschillende grassoorten en grasmengsels. Van Eekeren: "Het gaat erom dat je bewust en rationeel met de bodem leert samenwerken. Uit dit onderzoek blijkt dat de teelt van een semi-permanent gras-klavermengsel of semi-permanent puur gras op zandgrond met matige bemesting de ecosysteemdiensten bodemstructuur, waterregulatie en nutriëntenvoorziening het beste waarborgt. En dat leidt uiteindelijk tot een duurzamere graslandproductie. Zodra een veehouder de samenhang tussen dergelijke bodemprocessen doorziet, is het haalbaar om de bodem duurzamer te managen."
Over het Louis Bolk Instituut
Nick van Eekeren is sinds 1997 verbonden aan het Louis Bolk Instituut, een internationale, onafhankelijke onderzoeks- en adviesorganisatie die dankzij haar participatief onderzoek en advies oplossingen biedt voor knelpunten in de biologische en duurzame landbouw, voeding en gezondheidszorg. Bij het Louis Bolk Instituut zijn ongeveer 70 werknemers actief vanuit hoofdkantoor Driebergen, Accra (Ghana) en Kampala (Oeganda). Belangrijke opdrachtgevers zijn onder andere het Ministerie van LNV, Provincies, de Europese Commissie, Oxfam Novib en Weleda. Louis Bolk Instituut
Mijnzzp.nl