Sommige beroepen die vroeger heel normaal waren in het dagelijks leven, bestaan inmiddels niet meer. Er zijn verschillende beroepen die in andere landen nog wel voorkomen, maar in Nederland niet meer. Er zijn ook veel oude ambachten verdwenen die vroeger heel normaal waren. Het verdwijnen van oude ambachten heeft ook tot gevolg gehad dat er ook veel oude kleren is verdwenen die bij oude ambachten hoorden. Het is wel mogelijk dat verdwenen beroepen soms in aangepaste vorm voortbestaan. In dit artikel bekijken we 21 van zulke beroepen die uit het straatbeeld verdwenen zijn.
Inhoudsopgave
• Beroepen verdwijnen
21 Verdwenen beroepen
• 1: Zetter
• 2: Melkboer aan huis
• 3: Mijnwerker
• 4: Kolenboer
• 5: Putjesschepper
• 6: IJdrager
• 7: Veerman
• 8: Koetsier
• 9: Kruidenier
• 10: Porder
• 11: Marconist
• 12: Hoorspel acteur
• 13: Lantaarnopsteker
• 14: Knecht
• 15: Zeepzieder
• 16: Stadsomroeper
• 17: Schillenboer
Verdwenen oude ambachten
• 18: Touwslager
• 19: Mandenmaker
• 20: Kaarsenmaker
• 21: Turfsteker
Bijna verdwenen ambachten
• Molenaar
• Klompenmaker
• Smid
Beroepen die veranderd zijn
• Barbier
• Voorproever
• Herbergier
• Waarom zijn er veel beroepen verdwenen in de jaren 60 van de twintigste eeuw?
Beroepen uit de gouden eeuw
• Beroepen na de Tweede Wereldoorlog
Verdwenen beroepen
• Dagloners
Informatie over beroepen
• Alle beroepen met uitgebreide informatie:
Beroepen verdwijnen
Sommige beroepen blijven niet eeuwig bestaan, en beroepen verdwijnen door automatisering of nieuw inzicht. In een moderne samenleving zijn er nu eenmaal oudere beroepen die verdwijnen. Er zijn ook verschillende beroepen die volledig uit het straatbeeld verdwenen zijn. Het is natuurlijk ook zo dat er steeds nieuwe beroepen bijkomen. Hieronder onze lijst met verdwenen beroepen en oude ambachten:
21 Verdwenen beroepen
1: Zetter
- Een zetter was verantwoordelijk voor het zetten van loden losse lettertjes die samen een tekst vormen. Een andere benaming voor dit beroep was ook wel letterzetter. Het oude beroep zetter komt tegenwoordig niet meer voor. In het verleden was dit een belangrijk beroep binnen de druk-media. Het maken van woorden en zinnen van losse lettertjes was veel werk. De moderne variant hiervan is wellicht wel het beroep grafische vormgever. Een grafische vormgever werkt wel met digitale letters en afbeeldingen.
2: Melkboer aan huis
- Een melkboer was verantwoordelijk voor het aan huis bezorgen van verse melk. Dit was nodig totdat koelkasten gemeengoed werden in huizen. Nu koop je lang houdbare melk in de plaatselijke supermarkt. De moderne variant van de melkboer is tegenwoordig de boodschappen bezorger. Het beroep melkboer aan huis was met de opkomst van de koelkast in eacute;én klap waardeloos en niet meer nodig.
3: Mijnwerker
- Binnen Nederland is er geen sprake meer van actieve mijnbouw. Het beroep mijnwerker komt dan ook niet meer voor binnen Nederland. In het buitenland komt het beroep mijnwerker nog wel voor. Het beroep mijnwerker was aan te merken als gevaarlijk beroep.
4: Kolenboer
- Een kolenboer was een handelaar die kolen verkocht aan particulieren en bedrijven. Het beroep kolenboer bestaat inmiddels niet meer, maar was vroeger een belangrijk beroep. Mensen gebruikten de kolen om hun huis te kunnen verwarmen.
5: Putjesschepper
- Een putjesschepper was een arbeider met als belangrijkste taak het leegscheppen van beerputten. Tegenwoordig komt het beroep putjesschepper niet meer voor, omdat de aanwezigheid van een beerput of het gebruik ervan vaak niet meer is toegestaan.
6: IJdrager
- Een ijsdrager was verantwoordelijk voor het uithakken en thuisbezorgen van ijs. Dit was voordat mensen, kroegbazen en andere ondernemers de beschikking hadden over een koelkast en diepvries. Het ijs was belangrijk om goederen koel te kunnen houden.
7: Veerman
- Een veerman was verantwoordelijk voor het overbrengen van mensen per roeiboot. Tegenwoordig komt het beroep veerman in de oorspronkelijke vorm niet meer voor. De moderne variant hiervan is de pontwachter.
8: Koetsier
- Het beroep koetsier komt beroepsmatig niet meer voor. Een koetsier was verantwoordelijk voor het rondbrengen van mensen en goederen. De moderne variant hiervan is de taxichauffeur of het openbaar vervoer.
9: Kruidenier
- Een kruidenier was een middenstander die beschikte over een eigen kruidenierswinkel. Dit was een belangrijke winkel voor mensen die droge specerijen nodig hadden. Het beroep kruidenier komt in de oorspronkelijke vorm niet meer voor.
10: Porder
- Een porder was verantwoordelijk voor het wakker maken van arbeiders die naar hun werk moesten. De term porder heeft betrekking op de stok die een porder gebruikte om tegen de ramen en deuren te tikken. Een andere benaming voor het beroep porder was ook wel wekker. Een porder rekende ongeveer 25 cent per week om je wakker te maken.
11: Marconist
- Een marconist was een radio-officier die was opgeleid in het verzenden en ontvangen van morsen code signalen. Een marconist bediende dan ook een radio die werkte met morsen code signalen. Een andere benaming voor marconist was ook wel radio-officier of telegrafist.
12: Hoorspel acteur
- Een hoorspel acteur maakte hoorspellen die via de radio uitgezonden werden. Dit was nog voor de opkomst van de televisie. Met de opkomst van de televisie was het beroep hoorspel acteur niet meer nodig.
13: Lantaarnopsteker
- Een lantaarnopsteker was verantwoordelijk voor het aansteken van lantarenpalen, die werkte op olie of gas. Een lantaarnopsteker was meestal ook aan te merken als bewaker, omdat deze in de avond werkzaam was. Met de opkomst van elektrische straatverlichting was het snel afgelopen met het beroep. De moderne lantaarn werkt op stroom en niet meer olie of gas.
14: Knecht
- Een knecht was vroeger de hulp van een herenboer. Tegenwoordig komt het beroep knecht in de oorspronkelijke vorm niet meer voor. Vandaag de dag spreken we van een agrarisch medewerker.
15: Zeepzieder
- Een zeepzieder was een beroepsmatige zeepmaker. Tegenwoordig komt het beroep zeepzieder in de oorspronkelijke manier niet meer voor. Zeep komt vandaag de dag uit grote fabrieken. Er zijn nog wel mensen die hobbymatig zeep maken.
16: Stadsomroeper
- Een stadsomroeper was verantwoordelijk voor het omroepen van nieuws en reclame-uitingen binnen een stad of dorp. Dit was nog in de periode dat er geen gedrukte kranten waren. Ook waren veel mensen nog analfabeet.
17: Schillenboer
- Een schillenboer was meestal een veehouder die restafval ophaalde bij mensen thuis. De schillen en ander restafval waren nodig als voer voor de veestapel. Dit waren meestal arme boeren.
Verdwenen oude ambachten
Er zijn ook ambachten die vallen onder de uitgestorven oude beroepen. Een ambachtsman is iemand die handwerk gebruikt om bepaalde goederen te maken. Een ambacht, in tegenstelling tot een ander beroep, vereist vaak interne opleiding om de bekwaamheden onder de knie te krijgen. Vroeger was het heel normaal dat ambachten in de praktijk aangeleerd werden. Hieronder een lijst van verschillende ambachten.
18: Touwslager
- Een touwslager is van oudsher een ambachtsman die zich bezighoudt met het maken van touw. Het beroep bestaat tegenwoordig niet meer, want aan het einde van de negentiende eeuw is het beroep praktisch uitgestorven. Het maken van touw gebeurde met de verwerking van garens en vaak werd daarvoor hennep gebruikt.
19: Mandenmaker
- Een mandenmaker of mandenvlechter is een ambachtsman die manden en korven maakt van verschillende materialen, zoals van rotan, stro, rietstengels of van wilgentenen. Het beroep mandenmaker komt beroepsmatig niet meer voor. In andere landen komt het beroep mandenmaker nog wel voor. De manden konden bijvoorbeeld gebruikt worden voor het opslaan van fruit.
20: Kaarsenmaker
- Een kaarsenmaker is een ambachtsman die beroepsmatig kaarsen maakt. Het is van oudsher een beroep dat diende om kaarsen te maken die als een belangrijke lichtbron fungeerden. Het ambacht leidt dan ook terug naar de middeleeuwen, waarbij de kaarsenmaker gebruikmaakte van bijenwas of van vet. Het beroep kaarsenmaker komt nu vooral als hobby voor.
21: Turfsteker
- Een turfsteker was een persoon die verantwoordelijk was voor het uit veengrond steken van turf. Deze werkzaamheden zijn tegenwoordig niet meer nodig en daarom komt het beroep turfsteker niet meer voor. In het verleden was turf een belangrijke bron voor brandstof, maar tegenwoordig zijn er andere energiebronnen die daarvoor gebruikt worden.
Bijna verdwenen ambachten
Er zijn ook ambachten die bijna verdwenen zijn. Dit zijn meestal ambachten die historisch gezien belangrijk zijn. Deze ambachten worden dan ook min of meer in stand gehouden vanwege cultuurhistorische waarde. Dit zijn in ieder geval oude beroepen die nog wel bestaan.
Molenaar
- Een molenaar is een ambachtsman die gebruikmaakt van een molen om een bepaald proces te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het vermalen van graan tot meel (korenmolen), het zagen van hout (zaagmolen) en aan het verplaatsen van water (poldermolen). Het beroep molenaar komt binnen Nederland nog steeds voor. Molens zijn nog overal in Nederland te vinden.
Klompenmaker
- Een klompenmaker is een ambachtsman, die gespecialiseerd is in het maken van klompen. Klompen zijn over de hele wereld bekend, maar nergens zo populair als in Nederland. Het beroep is dan ook een echt Nederlands ambacht te noemen, dat niet snel ergens anders te vinden is. De moderne klomp maakt men vandaag de dag ook met machines.
Smid
- Een smid is een ambachtsman die zich gespecialiseerd heeft in het maken en onderhouden van metalen voorwerpen. Het beroep smid komt in zijn oorspronkelijke vorm bijna niet meer voor, maar is nog niet verdwenen. De meeste smeden die nog actief zijn hebben hun werkzaamheden deels aangepast aan de moderne tijd. Het beroep smid is een zwaar beroep.
Beroepen die veranderd zijn
Naast verdwenen beroepen zijn er ook oude beroepen, die door de moderne tijd aangepast zijn. Zo was een barbier in de middeleeuwen ook werkzaam als tandarts. Dit zijn vaak beroepen uit de vorige eeuw, die een andere invulling hebben gekregen.
Barbier
- Klanten maakten in de middeleeuwen niet alleen gebruik van een barbier om geschoren te worden. In de middeleeuwen boden barbiers ook andere diensten aan. Denk hierbij aan het trekken van kiezen en tanden en aan geneeskundige diensten. De geneeskundige diensten van een barbier hadden meestal betrekking op aderlatingen. Tegenwoordig valt dit onder de noemer kwakzalverij.
Voorproever
- Een voorproever was een persoon die gerechten en maaltijden dient voor te proeven voor invloedrijke mensen als een president, keizer, koning, keizer of mensen van adel. In het verre verleden, zoals in het oude Rome, kregen slaven vaak de taak om maaltijden voor te proeven. Tegenwoordig moet een voorproever vooral gezien worden als een chef-kok, die goedkeuring moet geven aan gerechten voordat deze de keuken verlaten.
Herbergier
- Herbergier is een ouderwetse benaming voor een hoteleigenaar of een pension-eigenaar die een herberg runde. Een herberg is feitelijk niks anders dan een hotel, pension of groot café waar ook overnacht kon worden tegen betaling. De term herbergier en herberg komen tegenwoordig bijna niet meer voor.
Waarom zijn er veel beroepen verdwenen in de jaren 60 van de twintigste eeuw?
In de jaren zestig van de vorige eeuw zijn relatief veel oude beroepen verdwenen. Dit heeft vooral te maken met de wereldwijde globalisering en de opkomst van lage lonen landen. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de tabaksboeren die in de jaren zestig verdwenen zijn. Dit kwam deels door de arbeidskosten, maar ook door het tabaksmozaïekvirus. Tabaksboeren waren vooral te vinden in de regio Utrecht.
Beroepen uit de gouden eeuw
De gouden eeuw (1575 – 1675) was voor Nederland een bloeiende periode. De handel met Oost-Indië bracht vooral Amsterdam enorme rijkdom, waardoor het een van de belangrijkste handelscentra van Europa werd. Veel Europeanen reisden naar Amsterdam in een poging hun fortuin te maken, wat een grote toevloed van mensen uit andere delen van Europa tot gevolg had. Onder deze mensen waren veel kunstenaars, handelaren en handwerkslieden.
Beroepen na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog was er een dringende behoefte aan extra mankracht vanwege de naoorlogse periode van herstel. Tijdens deze periode is ook het aantal vrouwen dat ging werken in het dagelijks leven fors toegenomen. Voor de wereldoorlog waren vrouwen vooral werkzaam als huisvrouw. Ook was er grote behoefte aan timmerlieden en metselaars om nieuwe huizen te bouwen.
Verdwenen beroepen
Dat bepaalde beroepen hier niet meer voorkomen, wil niet inhouden dat deze beroepen helemaal niet meer voorkomen. Er zijn bijvoorbeeld nog steeds veel mijnwerkers actief in het buitenland. Daarnaast kan het verdwijnen van beroepen ook economische oorzaken hebben.
Dagloners
In het verleden werden veel werklieden als dagloner aangemerkt. Dagloners krijgen het salaris aan het einde van de werkdag en moeten dan maar afwachten of er de volgende dag ook nog werk was. Een dagloner had geen enkele zekerheid op werk. In tegenstelling tot andere werklieden was er geen sprake van een weeksalaris. In arme landen komen dagloners nog steeds voor. In Nederland is dit met de opkomst van vakbonden geheel uitgesloten. Vakbonden komen op voor de rechten van arbeiders. Beroepen verdwijnen soms en de redenen waarom een beroep uiteindelijk verdwijnt, kunnen per beroep verschillen. Dit kan om uiteenlopende redenen zijn. Een verdwenen beroep kan soms wel terugkomen.
Informatie over beroepen
Op mijnzzp.nl hebben wij ruim 1700 verschillende beroepen opgenomen. Al onze beroepen zijn gecategoriseerd en alfabetisch geordend. Klik op de naam van het beroep om meer te weten te komen. Misschien kan je dit gebruiken voor school. Dit is onze lijst met verdwenen beroepen en sommige beroepen kunnen in aangepaste vorm voortbestaan. Het is niet ongebruikelijk dat verdwenen beroepen soms weer terugkomen in een moderne variant. In sommige beroepen komt de oude kleding ook voor een deel terug. Denk bijvoorbeeld aan de traditionele visboer.
Alle beroepen met uitgebreide informatie:
Mijnzzp.nl