Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) concludeert dat het wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid te verminderen geen soelaas biedt. Daarmee lijkt het kabinetsvoorstel betreffende het ‘Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ op voorhand al niet te slagen. De belangrijkste conclusie is dat de nieuwe wet niet de helderheid gaat creëren of een persoon in te zetten is als zzp'er of als werknemer. Deze onduidelijkheid leidt er alleen maar toe dat er meer regelgeving komt voor zowel mensen als bedrijven. Het echte probleem wordt volgens ART met de nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid niet aangepakt.
Inhoudsopgave
• Wetsvoorstel tegen schijnzelfstandigheid
• Toetsingskader
Wetsvoorstel tegen schijnzelfstandigheid
Het doel van de nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid is om arbeidsrelaties op een simpeler wijze te beoordelen. Dit met als om uiteindelijk schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Schijnzelfstandigheid is van toepassing als een zzp'er werkzaamheden uitvoert, die gelet op een aantal aspecten, in de praktijk en juridisch gezien, wijzen op het werken in dienstverband. Het ATR heeft twijfels over deze aanpak van schijnzelfstandigheid, omdat het aantal normen alleen maar toeneemt. Op dit moment is de open norm ‘in dienst werken’ van toepassing, maar met het wetsvoorstel komen er open normen bij. Bovendien zorgt deze toename van openen normen naar verwachting voor rechtelijke uitspraken in individuele situaties. Er is wat dat betreft geen sprake van echte duidelijkheid op basis van het wetsvoorstel.
Toetsingskader
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Karien van Gennip heeft voor het opstellen van het wetsvoorstel getracht om aan de norm ‘werken in dienst’ meer duidelijkheid te geven. Daarvoor is er een toetsingskader opgesteld, waarbij onder meer normen zijn overgenomen uit de rechtspraak. Er verandert daarom in feite weinig. Het Adviescollege heeft op basis van de conclusie een advies uitgebracht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ATR stelt in het advies dat het belangrijk is om eerst het gesprek aan te geven met zelfstandigen en werkgevers voordat het voorstel voor de nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid wordt ingediend. Verder raadt het Adviescollege aan om een praktijkproef uit te voeren. Het is namelijk van belang om de effectiviteit van het wetsvoorstel beter en duidelijker in kaart te brengen.
Mijnzzp.nl